Je kan iedereen enthousiast maken voor geschiedenis! Dat is het mantra van Roos Hamelink en Hannah Bakx, alumni van de master Publieksgeschiedenis. Als je het maar op de goede manier overbrengt op het publiek. Het Instagramaccount van Goeie Ouwe Koeien is overladen met video’s, podcasts, interviews, tours en vooral ontzettend veel tips om je op een leuke manier met geschiedenis onder te dompelen. Wie last heeft van een onstilbare historische honger kan zich hier onbeschaamd vergrijpen aan geschiedenislekkernij.
Roos en Hannah begonnen het Instagramaccount, dat inmiddels vierduizend volgers heeft, om vrienden en familie te voorzien van doe-, kijk-, lees- en luistertips. Eigenlijk dus vanuit de puurste vorm van historische interesse: ‘wat vind ik leuk?’. Continu is het duo bezig met het promoten van de historische sensatie. Mensen moeten naar de musea toe, de kastelen in, alsmaar netflixen en blijven lezen. En de promotie is fris, gedreven door enthousiasme en laagdrempeligheid. Oftewel: het publiek voorop!
De historici die aan de geboorte van publieksgeschiedenis als aparte ‘tak van sport’ stonden, zouden vandaag de dag hun ogen uitkijken. Raphael Samuel, oprichter van History Workshop Journal, pleitte in de jaren zeventig al voor een ‘history from below’. In deze vorm van geschiedschrijving gaat het niet om de geschiedenis van politiek belangrijke witte mannen, maar om de geschiedenis van Jan en alleman (allevrouw of allemens?). Hannah lijkt het daar in een interview met Het Parool mee eens te zijn:
“Mensen hebben vaak ten onrechte het idee dat je voor geschiedenis alle feiten en data moet kennen. Geschiedenis is meer dan het lesboek op de middelbare school. Het is ook het verleden van je familie, je straat of huis. Waar kom je vandaan? Wie was die man of vrouw naar wie je straat is vernoemd? Wie hebben er eerder je huis bewoond? Wat kunnen we in deze coronatijden leren van een vorige epidemie als de Spaanse Griep uit 1918?”
De opkomst van publieksgeschiedenis liep parallel aan het activisme van de jaren zeventig op het gebied van bijvoorbeeld emancipatie, pacifisme en seksuele vrijheid. Hierdoor werd niet alleen de geschiedschrijving zelf breder, ook het publiek bleef groeien. Steeds duidelijker werd dat de historicus en zijn publiek (buiten de academische wereld) onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Het publiek beïnvloed de historicus en de historicus beïnvloed het publiek.
Tot op heden zijn (publieks)historici het nog steeds niet eens over de rol van de historicus. Wie is de historicus en wie is het publiek? Staat de historicus boven en publiek en heeft hij een autoritaire functie? Of moet de historicus een dienende rol aannemen en ‘voorzien’ in de historische behoefte van het publiek? Goeie Ouwe Koeien lijkt zich duidelijk meer te scharen achter laatstgenoemde. Het gaat er niet zo zeer om welke vorm van geschiedenis het is, zolang je er maar zoveel mogelijk mensen voor kan enthousiasmeren. De campagne ‘Gewoon Gaan’, die oproept om de culturele sector te steunen in tijden van geldende coronamaatregelen, is hier het ultieme voorbeeld van. Ik vind het een nobel streven van twee van mijn publiekshistorische voorgangers en volg ze op de voet!
Comments