De Boekenweek van 2020 stond in het teken van rebellen en dwarsdenkers. ‘Om de steeds veranderende wereld om ons heen te begrijpen, hebben we dwarsdenkers en ordescheppers nodig. Deze week eren we het lef van de schrijvers om taboes te doorbreken en een steen in de vijver te gooien.’ Bij elke Boekenweek wordt er ook een Boekenweekgeschenk uitgegeven. Dit jaar was dit Leon & Juliette, een trans-Atlantisch multicultureel liefdesverhaal dat zich afspeelt in 1820, ten tijde van de slavernij. In Charleston, South-Carolina wordt de zwarte tot slaaf gemaakte Juliette vrijgekocht door de Hollandse immigrant Leon. Hij leert haar lezen en schrijven, ze raken verliefd en trouwen. Dit gebeurt allemaal in het geheim omdat deze verboden liefde hun dood kan betekenen. Het klinkt als ‘Romeo and Juliet’, als een fabeltje, maar dit literaire non-fictiewerk is met een indrukwekkende historische nauwkeurigheid geschreven. En wat het allerbelangrijkste is: er plaats voor emotie!
Van der Zijl maakte, net als Leon, de oversteek naar Charleston om met de nazaten van het koppel te spreken. Ze had het geluk dat haar eerdere publicaties ‘De Amerikaanse prinses’ en ‘Sonny Boy’, een succes werden in de VS. Hierdoor wist ze beter toegang te krijgen tot de plaatselijke archieven. Bij het lezen van ´Leon & Juliette’ wordt al snel duidelijk Van der Zijl deze archieven grondig heeft doorzocht. Daarmee is dit werk op het spectrum tussen fictie en non-fictie, zoals in de vorige blog posts van deze week omschreven, redelijk dicht bij non-fictie te plaatsen. In een interview met Trouw omschrijft Van der Zijl:
Het boek bevat veel historische details, bijvoorbeeld over dat afgrijselijke Sugar House, waar slaven werden gemarteld. Daar moet je niet tegenaan verzinnen, anders denken lezers dat ik álles heb verzonnen. Bovendien vond ik het verhaal van zichzelf al bijzonder genoeg. Als non-fictieschrijver zit je altijd gevangen in een stalen fort van feiten. Maar ik ga wel tot in elk hoekje van dat fort om het verhaal goed over te brengen, hopelijk met de emotie erbij die ik zelf ook had.
Toch zijn er momenten waarop Van der Zijl wat suggestief met de gaten in haar archiefonderzoek omgaat. Hierdoor lijkt het alsof ze ruimte openhoudt voor eigen interpretatie van de lezer, maar stuurt ze de lezer hierin wel een bepaalde kant op. Zo omschrijft ze, op pagina 27, op basis van primaire bronnen hoe tot slaaf gemaakten in veel gevallen werden mishandeld. Ze vervolgt met:
‘de kans dat James Magnan (slaveneigenaar van Juliette) zijn slaven zachtzinniger bejegende dan gebruikelijk zal niet heel groot geweest zijn’.
Hiervoor draagt ze geen nieuwe bewijs aan. Ondanks dat de kans inderdaad groot is dat dit het geval was, vernauwt het ook de ruimte van interpretatie voor de lezer. Ook op pagina 35 gaat Van der Zijl wat ver in haar speculaties. In deze passage wordt het motief gegeven waarom Juliette door Leon zou zijn gekocht. Waar de liefde, blijkt uit het verhaal, de onderliggende rede was, wordt er geschreven:
‘Maar misschien stond de slavernij als instituut hem te veel tegen of waren het zijn moeder en zijn oudere zussen, stuk voor stuk sterke karakters, die hem een vanzelfsprekend respect voor vrouwen hadden bijgebracht, ongeacht de huidskleur’
Waar Van der Zijl wel weer duidelijk een woord noemt als ‘misschien’ worden er in deze passage dingen gesuggereerd die op basis van de primaire bronnen eigenlijk niet te bewijzen zijn. Hiermee wordt het wel erg makkelijk voor de lezer om Leon in een beter daglicht te zetten.
Maar ondanks deze suggestieve passages scoort Van Der Zijl erg hoog op het non-fictiespectrum. Ze schrijft dicht op de bron, met uitgebreide historische context en laat het historische verhaal zijn werk doen. Misschien wel het knapste is de plek die ze geeft aan emotie. De bronnen laten zien dat het gaat om liefde, dus dat betekent dat je de bronnen ook zo moet interpreteren. Historici gaan al steigeren als ze het woord ‘emotie’ horen, maar geschiedenis is geschiedenis vanwege emotie. Met een droge sociaaleconomische geschiedenis van deze twee historische personen was Van Der Zijl er nooit in geslaagd de verhouding die Leon & Juliette hadden goed in kaart te brengen. Zoals het interview met Victorine en de analyse van Assassins Creed in blog posts van week 6 lieten zien, is het juist de taak van de historicus om zich in te leven in de geschiedenis. Theater of een videogame zijn goede media om dit inlevingsvermogen te stimuleren, maar ook literaire non-fictie dient zich hier goed voor. Het verhaal van Van Der der Zijl was nooit tot stand gekomen als ze zich niet had verplaatst in de romantiek van Leon & Juliette. Laat de historicus dus lachen, huilen en huiveren; geschiedenis gaat ten slotte over échte mensen.
Comentarios